Ik spreek op school Ingrid, een collega, die ik, als gevolg van Corona, een tijd niet meer gezien heb. “Hoe het is? Ik vind het niet leuk meer, het onderwijs. 3 Havo is niet te hanteren. Die kinderen zijn geen schoolregels meer gewend.” Dat zegt Ingrid, die al meer dan twintig jaar op deze school het vak muziek geeft. Zij zegt: “Voor Covid zat er wel eens een lastige klas tussen, maar wat ik nu mee maak…” Zij schetst voor mij de dialoog met een meisje dat in haar telefoon zit te kijken tijdens de les.

“Doe je telefoon weg, je weet dat je geen telefoon op de bank mag tijdens de les”

Diepe zucht van de leerling die de telefoon weg legt. Zo voor de grijp als juf even niet oplet.

“Nee, niet op schoot… in je tas.”

Nu gaan twee vriendinnen zich er mee bemoeien:

“Mevrouw, doe niet zo moeilijk… Wat is Uw probleem?”

“Dat lijkt me duidelijk, we doen muziek, geen ‘whatsapp’.”

“Heeft U zelf kinderen?”

“‘Nee, maar…”

“Ja, dat dachten we al.”

Ingrid zegt: “In deze klas kom ik er gewoon niet in tijdens de les. Op een gegeven moment stuur ik een leerling eruit, wordt de hele klas boos op mij en ik had zoiets van “Nou is het wel even klaar”, ik doe dit al 21 jaar hè, en Havo is écht mijn ding, ik vind dat leuk, ik heb er lol in en ik kan heel goed spelen dat ik boos ben, maar ik merk nu dat ik soms echt boos word.”

Ingrid is een docente met veel ervaring, die weet hoe de hazen lopen, maar hier kijkt ze van op. Volgens haar weten sommige leerlingen door al het online thuisonderwijs niet goed meer wat de omgangsvormen zijn op school. Vooral leerlingen in klas 3, want die hebben heel veel school gemist en zijn ook nog soepel over gegaan en van sommigen is het de vraag of zij het niveau aan kunnen. Dat motiveert niet.

“Ik heb een ook een tweede klas van 24 leerlingen en die zijn poeslief. Wat is het verschil met deze groep en de anderen? 6 leerlingen. Van in je eentje thuis zitten naar 30 pubers in één lokaal is een heel slecht idee.”

“Normaal had ik altijd wel een klas die moeilijk ging, maar de andere acht klassen gingen prima. Ik denk dat ik nu twee klassen leuk vind en de rest is gewoon niet leuk meer, ik ben alleen maar bezig met ‘hou op’, ‘doe mee’, ‘niet doen’, ‘ga jij er dan maar uit’ en ze zitten er ook zó bij, alsof het ze voor geen meter boeit.”

Later op de avond stuurt zij mij een artikel uit Trouw. Daarin wordt de eerste voortgangsrapportage van het NPO (Nationaal Programma Onderwijs) besproken, die onderwijsminister Slob aan de Tweede Kamer stuurde. Daarin staat onder andere: ‘De grootste zorg voor de scholen blijkt nu “hoe zetten we de leerlingen weer aan?” Hun motivatie is verdwenen, zij hebben niet leren plannen en samenwerken […] Ze kunnen de aandacht er niet bij houden en zijn moeilijk handelbaar”.

Ingrid mailt: “Slecht nieuws, maar ook wel een opluchting, het ligt niet alleen aan mij.”

Ook dat nog. Dat je na twintig jaar met plezier les geven aan jezelf gaat twijfelen of je het nog wel kunt. Of nog erger: of je het nog wel leuk vindt.