Anja Schoots is onderwijskundig projectleider en leraar Nederlands op het Ichthus Lyceum in het Noordhollandse Driehuis. Gerdineke van Silfhout is curriculumontwikkelaar en themacoördinator toetsing bij SLO. Beiden hebben expertise op het gebied van formatief evalueren, maar elk vanuit een ander gezichtspunt. Welke lessen hebben zij geleerd bij het ontwikkelen van formatief onderwijs en welke tips hebben zij voor andere scholen?

Gerdineke van Silfhout

Curriculumontwikkelaar Gerdineke van Silfhout adviseert scholen allereerst de leerdoelen goed in kaart te brengen en te onderzoeken hoe vol het curriculum nu werkelijk is, alvorens stappen te ondernemen richting formatief handelen. Zijn er dubbelingen of onderdelen die minder prioriteit hebben? “Het is aan te bevelen de belangrijkste leerdoelen van elk vak per periode op een A4-tje samen te vatten. Als je de A4-tjes van alle vakken vervolgens naast elkaar legt, kun je goed beoordelen waar ruimte zit en waar knelpunten worden ervaren door leerlingen en/of leraren. Zowel binnen als tussen vakken. Zo komt het nogal eens voor dat in klas 2 de recensie als tekstsoort bij Nederlands aan bod komt, terwijl leerlingen al in klas 1 bij kunstvakken zelf een recensie moeten schrijven. Als je dat beter op elkaar afstemt, wordt het logischer voor leerlingen.”

Curriculum opschonen

Een kritische kijk op het curriculum was ook de eerste stap die het Ichthus Lyceum ondernam. “We waren in staat om, over de vakken heen, te analyseren hoe het curriculum was op te schonen”, licht Anja Schoots toe. “Een overvol curriculum staat het welzijn van leerlingen en leraren danig in de weg. Samen met de sectievoorzitters en vooral op basis van onderzoek onder leerlingen en leraren zijn we gaan kijken hoe we slimme keuzes konden maken. Wat is nu echt belangrijk in het curriculum? Wat willen we dat leerlingen aan het eind van een schooljaar anders doen dan aan het begin? Hoe kunnen we logische combinaties tussen vakken maken? Het blijkt dat er best ruimte is. Leerlingen gaven bijvoorbeeld aan dat ze bij drie vakken een werkstuk moesten maken over de geschiedenis van hun woonplaats. Bij Geschiedenis, bij Nederlands en bij Aardrijkskunde. Als we dat combineren, bespaart het werkdruk bij de leerling en het scheelt de leraar tijd, omdat je de taken om instructie en feedback te geven over de drie betrokken leraren kunt verdelen.”
Gerdineke beaamt dit. “Als je doordachte keuzes maakt in het curriculum, haal je ongewenste overlap eruit. Je beperkt je tot gewenste herhaling en verdieping, waardoor de benodigde kennis en vaardigheden beter beklijven en er meer ruimte komt voor feedback.”
Gerdineke ziet ook scholen waar collega’s hands-on starten met formatief evalueren in de klas. Tijdens of na het uitproberen, successen delen en reflecteren komt het team er vervolgens toe het curriculum onder de loep te nemen. Ook deze route kan tot goede resultaten leiden, is haar ervaring.

Formatieve cyclus

Hoe stem je leren, onderwijzen en toetsen op elkaar af? ‘Leerlingen zijn vaak geneigd net voor een toets te gaan stampen, met het gevolg dat ze na een paar weken een groot deel van de stof alweer kwijt zijn’, aldus Anja. ‘Dat is zonde, ook voor de leraren. Die steken hun energie in werk dat grotendeels niet beklijft. Dat moest anders, vonden we. We zochten naar een manier van lesgeven, waarbij leerlingen duidelijk zien waar ze naartoe werken en welke tussenstappen daarvoor nodig zijn. We doen mee in het leernetwerk van SLO, alwaar we inmiddels al veel kennis over formatief handelen hebben opgedaan.’

De vijf fasen van Formatief Evalueren

Om formatief te kunnen evalueren passen de leraren van het Ichthus Lyceum de vijf fasen van formatief evalueren[LR1] (Gulikers & Baartman, 2017) toe:
• Verwachtingen verhelderen
• Leerlingreactie(s) ontlokken
• Leerlingreactie(s) analyseren en interpreteren
• Communiceren over resultaten met leerlingen
• Vervolgacties ondernemen voor onderwijs en leren

“Met het oog op deze cyclus zijn we van vijftig minuten-lessen naar tachtig minuten-lessen gegaan, zodat we per les de ruimte hebben om de gehele cyclus te doorlopen”, licht Anja toe. “Ook zijn we gaan finetunen. Bijvoorbeeld op hoe we feedback organiseren. Belangrijk is om de feedback in behapbare stukjes op te knippen. Dan wordt het concreet waar de leerling aan kan werken, zodat hij of zij niet een gevoel van incompetentie krijgt. Daarin slimme keuzes maken was eigenlijk onze belangrijkste en meest ingewikkelde zoektocht.”

Het Ichthus Lyceum is uitgekomen op feedback op drie verschillende fronten:
• Feedback door de leerling zelf
• Feedback die leerlingen aan elkaar geven (peer feedback)
• Feedback van de leraar

Anja adviseert om de feedback in behapbare verbeterpunten aan te bieden, zodat de leerling ze meteen kan toepassen. “En,” vult Gerdineke aan, “werk aan feedbackroutines en laat leerlingen altijd iets met de feedback doen. Zodra feedback krijgen en geven volgens bepaalde routines en terugkerende aanpakken gaat, wordt het voor leerlingen en leraren herkenbaar. Daarmee wordt het voor leerlingen ook gemakkelijker om feedback op waarde te schatten, zelf feedback te geven op hun eigen handelen en aan klasgenoten.”

Anja Schoots

Pluslessen en Masterclasses

“Onlosmakelijk verbonden met het formatief evalueren, zoals we dat op onze school doen, is dat leerlingen op basis van hun behoefte naar Pluslessen en Masterclasses gaan,” legt Anja uit. “Per leerling, per vak en per periode kan dat verschillen. Tijdens Pluslessen speelt de school in op specifieke leerbehoeftes van leerlingen. Extra tijd besteden aan lesstof die je nog niet helemaal beheerst, alvast wat huiswerk maken op het leerplein of begeleid worden in het leren leren. De Masterclasses zijn uitdagende cursussen of projecten die verder gaan dan de normale lesstof. Ze zijn bedoeld om talenten en interesses van leerlingen verder te ontwikkelen, maar ook om op zoek te gaan naar extra uitdaging. Ze zijn bedoeld voor leerlingen die hoge cijfers halen en verdieping zoeken, maar ook voor leerlingen die gewoon erg enthousiast zijn over een bepaald onderwerp.” Volgens Gerdineke is het dan heel belangrijk om als team goed zicht te hebben op de kern van het curriculum en dat ook te blijven monitoren: ‘Vermijd allerlei losse leeractiviteiten en losse opdrachten. Wat moeten alle leerlingen minimaal kennen, kunnen en welke ervaringen wil je ze allemaal meegeven? Hoe bouw je dat logisch en betekenisvol op? En waar ligt er ruimte voor verdieping en verbreding?”

Tot besluit geeft Anja haar collega’s in het land graag nog twee aandachtspunten mee. “Betrek leerlingen bij je onderzoek naar overladenheid van het curriculum. Leerlingen komen soms met briljante ideëen hoe het onderwijs effectiever kan. En creëer tijd voor leraren om zich even terug te trekken uit de waan van de dag, zodat ze met collega’s kunnen uitwisselen over wat ze belangrijk vinden in het curriculum, wat anders en in minder tijd kan en hoe formatief evalueren vorm kan krijgen in het onderwijs.”