Adriënne de Kock is afdelingsmanager op Effent, een categorale school voor vmbo-tl in Oosterhout (NB). Vanuit die functie heeft ze onderwijsvernieuwing in haar takenpakket.

Het initiatief Schoolleiders voor de Toekomst werd destijds onder haar aandacht gebracht door de projectleiders van Schoolinfo, die het Leerlab begeleiden waarin ze namens Effent kartrekker is. Ze bezocht een eerste bijeenkomst van Schoolleiders voor de Toekomst, waar autonomie en eigenaarschap van de leerling centraal stonden. De Kock: ‘De onderwijsvernieuwing die wij op onze school proberen vorm te geven, heeft daar raakvlakken mee en het helpt me om samen met andere schoolleiders te praten over mogelijkheden en valkuilen bij dit soort trajecten.’

De school van Adriënne de Kock is onderdeel van de vmbo-entiteit van het ROC West-Brabant. Ook zij hebben een mission statement, dat neerkomt op: ‘Talent voor leren is een talent voor het leven’. En haar meer persoonlijk opvatting over leren en onderwijs vat ze altijd in de woorden: het faciliteren van ontwikkeling. ‘Daarom herkende ik zoveel in de Mission Statement van de Schoolleiders voor de Toekomst.’

Samen met collega’s is De Kock drie jaar geleden gaan trekken aan het roer van een van oorsprong zeer traditionele school. ‘We zijn begonnen met een pilot om ons onderwijs op een andere manier vorm te geven. We zitten nu in het tweede jaar, en hebben onlangs besloten om volgend schooljaar deze werkwijze in klas 1 integraal in te gaan voeren. We staan voor veel uitdagingen. Een van de aandachtspunten bij ons op school is het toetsbeleid. Op die eerste bijeenkomst hadden we het uitgebreid over het landelijk examen en de combinatie met de verschillende schooltypes. Iets waar ik al jaren mijn hoofd over breek: waarom zit een leerling op het niveau van zijn slechtste vak? Waarom moet een leerling, die voor Engels op vwo-niveau zit, examen doen op het vmbo, omdat hij niet sterk is in wiskunde? Op onze school zoeken we naar oplossingen hiervoor binnen de wet (en dat valt niet mee op een categorale mavo). Er zijn meer hordes te nemen, ook door de bestaande wet- en regelgeving. Initiatieven zoals Agora zijn daarom interessant. Ook ik heb veel moeite met het doorgeschoten rendementsdenken in het onderwijs. Veel binnen onderwijs is lastig meetbaar, maar daarom niet minder belangrijk. Het voelt goed om als schoolleiders hier samen over na te denken en er een vuist voor maken als dat moet. Samen sta je sterk.’

Op de bijeenkomsten van de Schoolleiders voor de Toekomst vraagt men aan de deelnemers om leerlingen mee te nemen. Dat werkt, volgens De Kock. ‘Voor onze school is het nog best een grote stap naar dit soort leerlingbetrokkenheid en ik wil geen ondoordachte en overhaaste acties. Samen met leerlingen de bijeenkomsten bezoeken houdt me scherp en geeft me elke keer ook ideeën om die kleine stapjes te zetten. De afstand tussen onze school en scholen als Agora of het Vathorst is misschien groot, maar ik kom er ook steeds weer achter dat op heel veel scholen dezelfde zaken spelen. Daarom is het fijn om bij deze club aan te kunnen haken, al haal ik er voorlopig meer dan ik kan brengen.’

Sebastian Blanck is teamleider van de leerjaren 1, 5 en 6, op UniC in Utrecht. Hij werkt met zijn docententeams aan de verdere onderwijskundige ontwikkeling op zijn school en bewaakt de algemene koers. In het afgelopen jaar heeft hij met belangstelling de ontwikkelingen gevolgd van Schoolleiders voor de Toekomst. Blanck: ‘Dit heeft te maken met mijn eigen motivatie. Waarom ben ik schoolleider geworden? Ik was in mijn eigen schooltijd niet tevreden met mijn eigen school en ben in de leerlingenraad actief geweest om van alles te verbeteren. Beter maken betekent voor mij meer autonomie, regie over het eigen leerproces voor de leerling. Ik ben van oorsprong leraar geschiedenis, maar wilde eerst eigenlijk helemaal geen leraar worden. Niet vanwege het doceren, maar vanwege de starheid van het schoolsysteem. Nu probeer ik daarin als teamleider verandering te brengen.’

Het beïnvloedt de sfeer op een positieve manier, leerlingen voelen zich gehoord en erkend, ouders zien kinderen die het fijn vinden om op school te zijn.

In de missie van Schoolleiders voor de Toekomst ziet hij elementen die hij belangrijk vindt, zoals de betrokkenheid van de leerling. ‘We organiseren onze scholen nu over de hoofden van de kinderen heen. De omslag maken van ‘het organiseren van het doceren’ naar ‘het faciliteren van het leren van het kind’ brengt het kind weer centraal in beeld. Samen met ouders en kinderen steeds weer opnieuw vragen: Wat weet je al? Wat wil je leren? Hoe wil je dat doen? Samen een leerroute uitstippelen, met grote en kleinere keuzes.’ Aan inspraak van leerlingen zitten wat hem betreft alleen maar positieve kanten. ‘Je neemt leerlingen serieus, je benadert ze volwassen. Samen ontdek je dat sommige dromen niet haalbaar zijn, dat niet alles loopt als verwacht. En dat zijn precies de zaken waar we als opgroeiende mensen mee moeten leren omgaan. We leren onze toekomstige burgers te dromen, doelen te stellen en deze te realiseren. Pure winst als daarvan dingen lukken.’

Op UniC is inmiddels veel ervaring met het zien van de leerling en het geven van eigen verantwoordelijkheid. Ook het samenwerken tussen leerlingen en tussen collega’s is een sterke kant. Blanck: ‘Wat beter kan is een meer flexibele structuur waarin leerlingen keuzes kunnen maken en eigen leervragen kunnen inbrengen. We zijn op dit moment bezig met pilotweken waarin we een nieuwe dagindeling uitproberen, gericht op meer differentiatie en keuzemogelijkheden. Dat is in de praktijk super spannend, iedereen is onwennig, soms is er chaos. Het is zoeken naar nieuw evenwicht in de organisatie. Ik ben trots op de wijze waarop de leerlingen en de docenten hiermee omgaan. Ik zie op die momenten wat er allemaal mogelijk is als je durft om het oude los te laten.’

De grootste belemmeringen liggen opgeslagen in onszelf, wat Sebastian Blanck betreft. Loslaten is eng. Hijzelf worstelt altijd met het en/en-dilemma: én goede resultaten halen én tegelijkertijd leerlingen meer eigenaarschap geven en streven naar een flexibelere inrichting van het onderwijs. Een bestuur met visie en vertrouwen helpt. UniC is in dat opzicht blij met de NUOVO-scholengroep. Verder benadrukt Blanck het belang van over de grenzen heen kijken van de verschillende onderwijssoorten, ‘… en deze grenzen wegnemen, wat mij betreft. Optimale doorstroom in een flexibel systeem is een voorwaarde als we vinden dat leerlingen zich voluit moeten kunnen ontwikkelen. Het netwerk NOOD2032 (https://www.nood2032.com/ ) maakt zich sterk voor deze verandering door met mensen die in het onderwijs werken dilemma’s te bespreken, good practices te delen en remmende factoren om te zetten in uitdagingen. Je kunt zien dat er de laatste jaren landelijk veel aan het veranderen is. Kijk naar de deelname van honderden scholen aan de leerlabs van leerling 2020 en de praktijk van leerKRACHT om de stem van de leerling te horen. We zijn in beweging!’

Caecile van Gorp is manager onderwijs bovenbouw op De Nieuwste School in Tilburg. Ze merkt dagelijks wat hun manier van werken betekent voor leerlingen, voor ouders en collega’s. ‘Het beïnvloedt de sfeer op een positieve manier, leerlingen voelen zich gehoord en erkend, ouders zien kinderen die het fijn vinden om op school te zijn. We werken in een team dat op energieke wijze bezig is met onderwijs. De school bruist, er wordt overal binnen en buiten de school geleerd. Dat gebeurt niet op de traditionele manier. Ik zou deze manier van leren zoveel meer leerlingen, ouders en collega’s toewensen dat ik meen dat het goed is om aan te sluiten bij het initiatief van Schoolleiders voor de Toekomst.’

De Nieuwste School wordt vaak bezocht door ander scholen. Tijdens deze bezoeken horen ze vaak terug dat de leerlingen hier echt eigenaar zijn van hun leerproces; ze nemen initiatief, weten goed waar ze mee bezig zijn en doen het vooral voor zichzelf. Maar in de bovenbouw gaat het knellen. Daarom zoeken we op dit moment naar de ruimte die we kunnen nemen binnen de schoolexamens. En we weten dat er meer ruimte is dan wij allemaal denken. Dat heeft met durven vertrouwen en loslaten te maken. Ik zie hier een parallel met ‘het leren faciliteren’ uit het Mission Statement.’

Innoveren betekent altijd oude kaders doorbreken. Zo zou de Nieuwste School graag andere keuzes kunnen maken om de opleiding af te ronden, anders dan met een diploma en cijferlijst. Van Gorp: ‘Het zou veel meer in lijn met het concept van De Nieuwste School zijn als we meerdere vakken met een schoolexamen / portfolio / assessment / meesterproef zouden kunnen afronden. We kunnen dan tot het einde doorgaan met het aanbieden van complexe opdrachten, opdrachten die in het teken staan van maatschappelijke of technologische verschijnselen. Zoals het nu georganiseerd is, moeten we op het einde van 4 mavo, 5 havo en 6 vwo alsnog alles uit elkaar trekken zodat de vakgebieden weer scherp omlijnd worden. Geef ons ruimte om het CSE en CE anders in te richten, aansluitend op contextgericht onderwijs en aansluitend bij MBO of Hoger Onderwijs. Geef scholen een keuzepalet aan mogelijkheden om de school af te ronden en laat ze daar verantwoording over afleggen.’

De mindshift in het Mission Statement is wat betreft Caecile van Gorp van groot belang. Zolang we in oude patronen blijven denken, verandert er niets. ‘Veel scholen zijn risicomijdend en ik moet eerlijk bekennen dat ik dat in mijn werk ook lastig vind. Ik laat me vast beïnvloeden door media, cijfers en lijstjes. Tegelijkertijd wil ik absoluut niet dat er op deze wijze met leerlingen en hun kwaliteiten wordt omgegaan in het onderwijs, het is zo kind-onvriendelijk. JA, ik sta voor goed onderwijs, voor uitdagend kwalitatief goed onderwijs. En NEE, een hoge score zegt dáár niets over!’

‘Schoolleiders voor de Toekomst wil een omslag van het organiseren van het doceren naar het faciliteren van leren. Als je deze zin goed op je in laat werken dan weet je dat de impact hiervan heel groot zal zijn. Het vertrekpunt van je onderwijs ligt dan bij de leerlingen. Wat ervaren zij? Welke belemmeringen zien zij? Wat hebben ze nodig? Wat missen ze? Je zult zien dat huidige leerlingen dat nog beter kunnen verwoorden dan een aantal generaties geleden. Er zullen wensen en behoeften zijn, die het huidige systeem achterhaald maken en die een appel doen op onze creativiteit en flexibiliteit. Een sprong in het diepe? Ik moet dan denken aan de uitspraak van Gert Biesta. Zonder dit risico van onderwijs krijg je sociale reproductie van makke objecten. Maar als we het risico van onderwijs willen nemen en omarmen, komt er ruimte voor het ‘in de wereld komen’ van vrije en unieke individuen. Mooier kan ik het niet verwoorden.